De Typehonden uit het Duitse Zwarte Woud en de Harz
zijn de basis van de huidige Hovawart. Door zijn veelzijdigheid
werkkracht was dit type geliefd en erg waardevol.
Waardig genoeg om, reeds in de 15e eeuw, vermeldt of afgebeeld
te worden.
Zijn naam komt men onder andere tegen in;
-
1210 De eerste vermeldingen
van de Hovawart;
In een Duits kasteel "Ordensritterburg" zou de
zoon van de kasteelheer gered zijn door één van
de "Hofawart" kasteelhonden. Niettegenstaande de verwondingen
van de hond sleepte deze het kind tot bij een naburig kasteel.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit kind, Eike von Repkow,
die later, in 1274,
het oudste Duitse wetboek "Der Sachsenspiegel" schreef,
niets dan lovende woorden over had voor dit ras en zelfs liet
vermelden dat er een retributie zou betaald worden mocht de
hond gestolen of gedood worden.
-
Het
13e eeuwse gerechtsboek
van Eike von Repkow; de “Sachsenspiegel”;
"binnen irre brutzit unde di stelleente. Das selbe
tut man das verkil unde das zikelin
binnen irme suge unde di kazzin, das lam vor viere, das
kalp vor sechse, das voln
vor einen schilling binnen sime soge unde den Hovewart also;
den hunt, den man schafrode heist,mit drin schillingen unde
das phert unde das jerige swin; das rint
mit vier schillingen."
-
Het gerechtsboek de “Schwabenspiegel”
(
1274-1275 ), welke afgeleid is van de “Sachsenspiegel”;
"Für Diebstahl onder Tötung eines Leithund
und eines Spuerhunt sind sechs
Schillinge, für einen Triphunt, eine Wint, einen Rüden
und einen Hovewart ausser gleichwertigem Ersatz drei Schillinge
zu zahelen."
-
Het
13e eeuwse Duits gezegde;
"Ich wäre ungerne da ein Windt, da die stumpfen
Hovewart werder danne de Winde sint."
-
In
1473 vinden we de Hovawart
terug in Heinrich Mysinger’s lijst van vijf nobelste
rassen, waarin hij ondermeer bekend staat als :
"een ideale speurhond om allerlei misdadigers
te achtervolgen".
Uit bovenstaande beschijvingen blijkt dat de Hovawart
al vroeg als erg waardevol beschouwd werd. Op zich zijn de vermeldingen,
van een waardevol dier, in die tijd al apart en uitzonderlijk
te noemen.
Na de Middeleeuwen verloor de Hovawart terein als
waak- en verdedigingshond, door onder
andere de verstedelijking en door de intrede van nieuwere rassen
zoals de "Duitse Herder"
welke de Hovawart verving als waak- en werkhond. Met als gevolg
dat de Hovawart in de 18e en 19e eeuw steed minder frequent voorkwam.
In het begin van de 20e eeuw wordt het "ras"
Hovawart weer levendig.
Enkel belangrijke data;
- 1920 Begin van de uiteindelijke rasvorming.
- 1922 Het eerste nest Hovawarts officiëel
ingeschreven in het Duitse fokregister.
- 1922-1932 Het fokprogramma van de Hovawart
door de fokkers;
Kurt König, Alwin Busch, en later Otto Schramm, Fritz Bengeforth
en Heinz Radam.
- 1e Nest: Kuvasz x Kuvasz Fokker: Dhr.
K. König
- 2e Nest: Leonberger x leonberger Fokker:
Dhr. K. König
- 3e nest: Leonberger x Zwitserese Sennenhond Fokker:
Dhr. K. König
- 4e nest: Duitse herder x "Type-hond" Fokker:
Dhr. K. König
- vervolg nest(en): "Type-hond" x "Type-hond"
Fokker: Dhr. K. König
- vervolg nest(en): (kleine) Newfoundlander x "Type-hond"
Fokker: Dhr. K. König
- vervolg nest(en): Leonberger x Newfoundlander Fokker:
Dhr. K. König
- vervolg nest(en): Duitse herder x Duitse herder/Kuvasz
Fokker: Dhr. A. Busch
- 1932 Geboorte van de stamvader van (bijna)
alle Hovawarts;
De zwart-blonde reu, Castor Meyer Buch, uit de combinatie
Duitse herder x
Duitse herder/Kuvasz van Dhr. A. Busch. Hij werd vader van 32
nesten en kan in menige stamboom teruggevonden worden .
- 1937 Het ras Hovawart wordt officëel
door de F.C.I. erkend.
- 1940-1945 De Hovawart neemt in aantallen
drastisch terug. Het ras word in de oorlog ingezet als werkhond.
Fokkers werken zelfstandig, maar na enige tijd vormden
men regionale fokgroepen. Zo ontwikkelden zich verschillende
Hovawart typen.
- 1947 Door Dhr. K. Köning word nog een
"Type-hond" ingekruist.
De in de oorlog in Frankrijk gevorderde, Afrikaanse Tessa
word in een Hovawart-lijn
gebruikt. Hierna wordt er geen "vreemd bloed" meer
in de Hovawart-lijn ingekruist.
- 1947 Door de inzet van Otto Schramm werd
in 1947 de "Rassezuchtverein für
Hovawart-Hunde Coburg" gesticht.
Deze vereniging is erkend door "Verband für das
Deutsche Hunde-wesen ( VDH ).
- 1948 Binnen de vereniging "Rassezuchtverein
für Hovawart-Hunde" word weer een Hovawartnestje gefokt.
De "Rassezuchtverein für Hovawart-Hunde" ( RZH
) heeft op
dat moment het alleenrecht binnen de Hovawart fokkerij.
- 1956 De eerste Hovawart werd in Nederland
binnengebracht in 1956.
Het was een blonde teef genaamd Baloe von Gila, de eigenaar
was mevrouw
Fremery-Ledoux. Twee jaar na het importeren van Baloe liet mevrouw
Fremery
Baloe zien op de “Winner” hondenshow in Amsterdam.
- 1959 Hovawartfokkers, niet aangesloten bij
de rasvereniging RZH, stichte de 2e duitse Hovawart vereniging
"Hovawart Zuchtgemeischaft Deutsland" ( HZD) op.
Deze vereniging word pas, in 1992, erkend door Duitse "Verband
für das Deutsche
Hunde-wesen" ( VDH ) en de Nederlandse "Raad van Beheer"
( RvB).
- 1959 11 november 1959 de "Hovawart Club
Nederland" werd gesticht.
- 1963 In 1963 werd de Hovawart en de Hovawart
Club Nederland erkend door de
Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
- 1964 Door de inzet van de Rassezuchtverein
für Hovawart-Hunde Coburg erkent de
Duitse Kennel Club de Hovawart als zevende ras op de lijst van
werkhonden.
- 1984 De "Internationale Hovawart Federatie"
(IHF) werd gesticht.
Hier worden duidelijk afspraken en regels gemaakt omtrent
de fok van Hovawarts.
Het IHF vertegenwoordigt heden ten dage zo'n 13 landen teneinde
de fok van
Hovawarts te promoten en de kwaliteit van het ras te behouden
en te verbeteren.
- 1998 In oktober 1998 werd de 2e Nederlandse
Hovawart vereniging "Hovawart Vrienden Nederland"
opgericht.
Over de bouw en uiterlijk van de Hovawart is in
de Middeleeuwen weinig beschreven.
Hoe de oude Hovawart er uit moet hebben gezien is dus niet geheel
duidelijk. Maar uit z’n
specifieke taakomschrijving, kunnen toch wel een redelijk beeld
krijgen van z’n vermoedelijke uiterlijk.
Als middelgrote tot grote krachtige hond voor
permanente bewaking van erf, onder alle weersomstandigheden,
diende de hond een ruw of lang harige vacht te hebben, welke
hem beschermde tegen de weerinvloeden.
Zijn vermoedelijke beeltenis komen onder andere
tegen in;
"Ritter, Tod und Teufel"
- Albrecht Dürers (1513)
Bron: http://www.buchegger.de
" Hundefamilie mit altem
Gaul " - Benno Adams (1869)
Bron: http://www.hovawart.org
De informatie op deze pagina, of een eerdere
versie daarvan, is geheel of gedeeltelijk afkomstig van
Hovawart Club Nederland (1999) "het HOVAWART Boek" Eindhoven:
Bas Bosch Press.